'April' is een unieke, weerbarstige en wilde film die veel méér is dan een bijtend abortusdrama
In dit artikel:
April, de tweede film van de Georgische regisseuse Dea Kulumbegashvili, speelt zich af op het platteland van Georgië en volgt Nina (Ia Sukhitashvili), een gynaecologe wiens leven kantelt nadat ouders haar beschuldigen van grove nalatigheid bij een doodgeboorte. Naast haar werk in het ziekenhuis voert ze in nabijgelegen dorpen illegale abortussen uit, waardoor geboorte en dood voortdurend dicht bij elkaar liggen. Een sleutelscène draait om een doofstom meisje dat na misbruik zwanger is geworden, wat Nina voor ondraaglijke ethische keuzes zet.
Constant aanwezig is een ongrijpbaar, oog- en mondloos “monster” — een naakte, mummie-achtige figuur die Nina zowel volgt als haar innerlijke verscheurdheid lijkt te belichamen. Kulumbegashvili geeft geen eenduidige verklaring voor die aanwezigheid; soms valt het gefluister samen met Nina’s ademhaling, soms niet. Camerawerk van Arseni Khachaturans schuift soepel tussen objectief en Nina’s perspectief, met een vaak statische, beklemmende stijl afgewisseld door wilde, organische beelden (onder meer een authentiek gefilmde bevalling).
April, onderscheiden met een speciale juryprijs in Venetië, overstijgt het label ‘abortusdrama’: het onderzoekt isolement, vrouwelijke kwetsbaarheid en strijd in een patriarchale omgeving, en dwingt de kijker om tussen stil woede en onheilspellende schoonheid een eigen weg te vinden.