Appel- en perenoogst dit jaar flink hoger, maar zorgen blijven over Poolse concurrentie
In dit artikel:
De Nederlandse fruitoogst ziet er dit jaar goed uit: door een droog en zonnig voorjaar verwacht de sector ongeveer 226 miljoen kilo appels (17% meer dan vorig jaar) en 348 miljoen kilo peren (8% meer). Fruitteler Erik van Haarlem (52) uit Buurmalsen, recent benoemd tot voorzitter van Kring Midden-Nederland van de Nederlandse Fruittelers Organisatie, voorspelt ook een uitzonderlijk goede kwaliteit van het fruit.
Toch is er geen reden voor zelfgenoegzaamheid. De grootste zorg komt van buitenlandse concurrentie, vooral uit Oost-Europa. Door EU-subsidies is het areaal boomgaarden in landen als Polen sterk gegroeid; inmiddels komt een derde van alle Europese appels uit Polen. Oorspronkelijk gingen veel Poolse appels naar Rusland, maar door sancties na de oorlog in Oekraïne is die afzet weggevallen, waardoor meer Oost-Europees fruit op de Europese markt terechtkomt en de marges voor Nederlandse telers onder druk zet. Van Haarlem houdt de situatie nauwlettend in de gaten: hij kent Polen goed (zijn vrouw komt er vandaan) en ziet dat een gunstig voorjaar daar snel de prijzen kan drukken — dit jaar viel de oogst in Oost-Europa overigens wat tegen.
Als reactie op buitenlandse druk schakelen Nederlandse telers steeds meer over op peren; Nederland teelt nu bijna twee keer zoveel perenrassen als vroeger, met volgens Van Haarlem ideale bodem- en klimaatcondities voor peren. In zijn eigen boomgaarden is de verdeling ongeveer 60% peren en 40% appels.
Daarnaast zetten telers in op nieuwe, beschermde appelrassen zoals bloss: deze ‘concept-appels’ worden vaak via contracten met handelsbedrijven geteeld, leveren hogere prijzen op en zijn commercieel afgeschermd. Ze zijn doorgaans zoeter en knapperiger en bovendien robuuster tegen ziekten, wat het gebruik van bestrijdingsmiddelen kan verminderen — een belangrijk pluspunt nu middelen onder maatschappelijk en politiek toezicht staan. Van Haarlem ziet dergelijke rassen als kans om de Nederlandse positie in Europa te versterken, naast het argument dat lokaal fruit transportkosten en -uitstoot verlaagt vergeleken met geïmporteerde partijen uit verre landen.