Annemarie van Gaal: laat werknemer zelf pensioenfonds kiezen
In dit artikel:
Begin deze maand publiceerde het Financieele Dagblad een onderzoek waaruit bleek dat 30 van de 120 onderzochte Nederlandse pensioenfondsen over de afgelopen vijf jaar een negatief rendement hebben behaald; het gewogen gemiddelde van alle 120 kwam uit op slechts ongeveer 1% per jaar. Dat valt extra op nu brede aandelenindices zoals de MSCI World in die periode veel hogere rendementen lieten zien. De auteur uit het artikel en deze tekst reageert geschokt: het gaat om spaargeld van deelnemers, en slechte prestaties roepen vragen op over bestuur, kosten en verantwoording.
Tegelijk wordt erkend dat pensioenfondsen anders moeten beleggen dan particuliere beleggers: zij spreiden over aandelen, infrastructuur, vastgoed en obligaties, gebruiken derivaten om renteschommelingen te beheersen en houden rekening met klimaat- en sociale doelstellingen. Maar dat rechtvaardigt volgens de schrijver niet het algemen lage resultaat en de hoge kostenposten. Als voorbeeld wordt ABP genoemd — het grootste fonds met circa €542 mrd onder beheer — dat in 2024 een redelijk rendement van 8,4% rapporteerde, maar ook flink opviel door hoge uitgaven: dertien niet-uitvoerende bestuurders ontvangen elk zo’n €78.000 per jaar voor ongeveer tien vergaderingen, en externe managers kregen vorig jaar bijna €700 miljoen aan bonussen. Dit soort uitgaven wekt ergernis omdat het geld van deelnemers is.
Naast kosten pleit de tekst voor structurele veranderingen. De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel (het “invaren”) wordt gezien als kans: indexatie zou minder afhankelijk moeten zijn van een fictieve rekenrente en meer marktconform; dat zou ook ruimte bieden om ondoorzichtige of inefficiënte praktijken aan te pakken. Een concreet voorstel: sterkere consolidatie van het stelsel — van nu circa 130 fondsen naar misschien zes of zeven goed presterende fondsen — om overlap en dubbele banen te verminderen en schaalvoordelen te benutten.
Verder wordt bepleit dat werknemers zelf hun pensioenfonds zouden mogen kiezen en dat fondsen jaarlijks transparant hun rendementen en kosten publiceren. Ook zou periodiek (bijvoorbeeld elke drie jaar) wisselen tussen fondsen mogelijk moeten zijn. De verwachting is dat concurrentie en keuze deelnemers dwingender maken voor fondsen om efficiënter te werken, scherper op rendement en kosten te letten en deelnemers meer als klanten te behandelen in plaats van passieve ‘deelnemers’.