Amsterdamse advocaten starten rechtszaak: "Staat moet meer doen om genocide in Gaza te bestrijden"

In dit artikel:

Twee Amsterdamse advocaten, Minke Gommer en Christiaan Alberdingk Thijm, stappen woensdag 3 september naar de rechter in Den Haag namens tien Nederlandse en Palestijnse mensenrechtenorganisaties. Zij dagen de Nederlandse staat omdat ze van mening zijn dat het kabinet niet genoeg doet tegen het geweld in Gaza en daardoor zijn verplichtingen onder het Genocideverdrag schendt.

De eis richt zich op concrete maatregelen: een onmiddellijk stopzetten van wapenexporten en de levering van diensthonden aan Israël, en het blokkeren van handelsrelaties met Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever die volgens de eis illegaal zijn. De advocaten verwijten de regering tot nu toe te blijven bij politieke verklaringen en impliciet te wijzen naar de EU in plaats van zelfstandig actie te ondernemen.

Gommer baseert haar inzet deels op eerder veldwerk in Palestijnse dorpen, waar zij volgens eigen zeggen angst en uitzichtloosheid aantrof; ook huidige contacten met Palestijnse organisaties laten volgens haar grote tekorten en onzekerheid zien. De zaak wekt verdeeldheid: sommige steunbetuigingen tegenover kritiek dat zij de rol van Hamas zou bagatelliseren. Gommer erkent de aanslagen van 7 oktober, maar stelt dat Israël desondanks gehouden is aan internationaal recht. Als de rechter de organisaties in het gelijk stelt, kan dat Nederland dwingen zijn beleid te wijzigen ondanks eerdere weigering tot extra maatregelen.