Amsterdammers gaan meer belasting betalen door komst elektrische vuilniswagens
In dit artikel:
De gemeente Amsterdam loopt tegen forse praktische obstakels aan bij de ambitie om het eigen wagenpark in 2030 volledig emissievrij te hebben. Wethouder Hester van Buren schrijft in een update aan de raad dat, hoewel personenauto’s en scooters grotendeels al elektrisch zijn, grotere voertuigen zoals sleepwagens en vrachtwagens nog vaak niet elektrisch worden aangeboden. Belangrijke knelpunten zijn laadinfrastructuur, lange aanbestedingstermijnen en marktbeschikbaarheid van geschikte voertuigen.
Op elf gemeentewerven zal de benodigde laadcapaciteit pas ná 2030 beschikbaar zijn, en op sommige plekken concurreren laadpalen met de installatie van warmtepompen in gebouwen. Van Buren onderzoekt daarom alternatieven zoals batterijopslag, mobiele aggregaten en extern laden. Ook brandveiligheid en hogere verzekerings- en aanpassingskosten voor stallingloodsen vormen risico’s voor de planning.
Een direct gevolg voor inwoners is dat de afvalstoffenheffing zal stijgen door de aanschaf en inzet van elektrische vuilnis- en veegwagens; die verhoging begint vanaf 2026 en loopt door richting 2030 als de gemeente het hele wagenpark wil elektrificeren. Huidige tarieven zijn ongeveer €352 per jaar voor alleenstaanden en €469 voor grotere huishoudens. Van Buren benadrukt dat de gemeente probeert de kostenstijging te beperken en dat de komende ontwikkelingen bepalen of de 2030-ambitie realistisch blijft.
Vorig jaar daalde de gemeentelijke uitstoot al met 17 procent door de overgang op elektrisch materieel en het gebruik van transitiebrandstof, maar de weg naar volledig emissievrij blijkt technisch en financieel complexer dan aanvankelijk gedacht.