Amsterdam verwijdert Theo van Gogh uit haar Canon - moord op vrije meningsuiting verdwijnt uit geschiedenisboek
In dit artikel:
Amsterdam heeft Theo van Gogh geschrapt uit de herziene Canon van de stad: de filmmaker en columnist die in 2004 door een islamitische extremist werd vermoord, komt niet langer voor in het onderwijs- en publieksoverzicht van “de geschiedenis van Amsterdam”. De nieuwe Canon — een revisie van de versie uit 2008 — ruilt personencentrische hoofdstukken zoals de moord op Van Gogh, de Wallen en de Olympische Spelen van 1928 in voor thematische items als meerstemmigheid, verschillen, kolonialisme, gastarbeiders en zelfs koffietentjes.
Het stadsarchief en het college van burgemeester en wethouders lieten een commissie van negen deskundigen de Canon “diverser en inclusiever” maken. De commissie motiveert het schrappen van individuen met het argument dat de nieuwe Canon draait om thema’s en perspectieven in plaats van om personen. Tegenstanders noemen die keuze een vorm van geschiedvervalsing: door een politiek-religieuze moord die volgens critici een kantelpunt in de recente Nederlandse geschiedenis markeerde weg te laten, zou Amsterdam een belangrijk moment van maatschappelijke confrontatie en debat willen verbergen.
Volgens critici was de moord op Van Gogh uniek in de moderne Nederlandse geschiedenis en een gebeurtenis die het publieke debat over islam, vrijheid van meningsuiting en zelfcensuur blijvend heeft beïnvloed. Het weglaten van zo’n gebeurtenis wekt volgens de schrijver de indruk dat de stad liever een comfortabel en verbindend verhaal vertelt dan een confronterende historische waarheid onder ogen ziet. De beslissing wordt gezien als een illustratie van bestuurlijk-ingrijpen in geschiedschrijving: onder het mom van inclusiviteit zou er selectief worden gewist wat slecht past bij het gewenste imago.
Het artikel stelt dat geschiedenis juist door mensen betekenis krijgt — individuen die durfden, confronteerden of het leven verloren — en waarschuwt dat het schrappen van figuren als Van Gogh (en de theoretische vraag of ook andere controversiële figuren zoals Pim Fortuyn in de toekomst kunnen verdwijnen) een verarming van collectief geheugen betekent. De kern van de kritiek is dat een thematische aanpak zonder herkenbare menselijke verhalen het vermogen van de Canon om te confronteren en te leren aantast.