Amsterdam is niet langer de magneet die het decennia is geweest: nieuwe aanwas loopt terug

dinsdag, 30 september 2025 (15:31) - Het Parool

In dit artikel:

Amsterdam staat niet langer automatisch op de groeicurve: uit de tweejaarlijkse Staat van de Stad van onderzoeksbureau O&S blijkt dat de stad in 2024 slechts 2.626 nieuwe inwoners kreeg, waar dat de afgelopen jaren gemiddeld rond de 10.000 per jaar lag. De omslag komt vooral door fors verminderde instroom: zowel internationale nieuwkomers (expats en vluchtelingen) als mensen uit andere Nederlandse regio’s trokken minder naar de stad, terwijl meer Amsterdammers naar het buitenland vertrokken. Tegelijk daalde het aantal geboortes tot 9.655, het laagste niveau sinds 1997.

Belangrijke oorzaken zijn de krappe woningmarkt en afnemende binding met de stad. Studenten en jonge starters vinden vaak geen onderdak, wat de instroom van jongvolwassenen drukt. Ook wonen mensen korter in Amsterdam: de gemiddelde verblijfsduur is gedaald van circa 20 jaar begin deze eeuw naar 18 jaar nu. Deze wisselwerking van minder inkomende en meer vertrekkende bewoners verandert de samenstelling van de bevolking.

De woningvoorraad groeide wel — ruim 6.000 woningen in 2024 — maar bleef achter bij de gemeentelijke ambitie van 7.500. De verdeling toont een krimpend sociaal segment: ongeveer 30% van de woningen is koop, 47% sociale huur en 24% vrije sectorhuur. In 2017 bestond meer dan de helft van de voorraad nog uit sociale huur; die proportie is duidelijk afgenomen. De wachtlijst voor een corporatiewoning is lang (gemiddeld 9,8 jaar) en koopwoningen zijn duur (gemiddelde prijs circa €618.000 tegenover €451.000 landelijk). Dat versterkt ongelijkheid: huiseigenaren zien vermogen toenemen, huurders bouwen vrijwel niets op.

Voor cruciale beroepsgroepen — zorg, onderwijs, politie — maakt de woningproblematiek dat steeds minder werknemers in de stad wonen, wat het risico vergroot dat zij ook buiten Amsterdam gaan werken. O&S belicht daarnaast brede welvaart en kwaliteit van leven: hoger opgeleiden met hoge inkomens plukken het meeste voordeel van economische groei, terwijl een derde van de huishoudens moeite heeft rond te komen; onder de laagste inkomens loopt dat op tot driekwart. De hersteltrend na corona verloopt ongelijk, met middengroepen die achterblijven.

Sociaal-gezondheidsverschillen blijven groot: de gemiddelde gezonde levensverwachting in Amsterdam is 63,6 jaar, maar in de armste wijken is die tot 13 jaar korter dan in welvarende buurten. Ruim 1 op de 6 Amsterdammers voelt zich sterk sociaal geïsoleerd. Ook in onderwijs toont de stad divergerende patronen: dalende leerlingaantallen in het basisonderwijs, groei in het voortgezet en universitair onderwijs (mede door internationale studenten), maar minder mbo- en hbo-deelnemers en aanhoudende lerarentekorten.

De data vormen een politiek vraagstuk richting de gemeenteraadsverkiezingen van 2026: voor wie blijft Amsterdam bereikbaar en aantrekkelijk?