Amnesty: Hamas op en na 7 oktober schuldig aan moord, marteling en verkrachting
In dit artikel:
Amnesty International publiceerde een 173 pagina’s tellend rapport waarin de ngo stelt dat Hamas en andere Palestijnse terreurgroepen ernstige oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid begingen bij de grootschalige aanvallen op Israël van 7 oktober 2023. Op die dag werden volgens het rapport ongeveer 1.200 mensen gedood. Amnesty baseert zijn conclusies op honderden foto’s, videobeelden en tientallen getuigenissen.
De organisatie concludeert dat Palestijnse strijders verantwoordelijk waren voor de overgrote meerderheid van de dodelijke slachtoffers en dat het gijzelen van burgers deel uitmaakte van een expliciet gepland optreden. Gegijzelden zouden systematisch lichamelijk en psychisch zijn mishandeld: er is melding van marteling, seksueel geweld en andere onmenselijke behandelingen, waaronder het onthouden van voedsel en medicijnen. Amnesty spreekt van een “weerzinwekkende minachting voor mensenlevens”, zoals directeur Agnès Callamard het samenvatte, en eist dat de gruwelijkheden van 7 oktober internationaal erkend en veroordeeld worden.
Tegelijkertijd herhaalt Amnesty dat Israël zich — zoals eerder in een rapport van december 2024 betoogd — schuldig maakt aan genocide in Gaza, en benadrukt dat er verantwoording moet komen voor misdrijven van beide zijden.
De bevindingen sluiten op veel punten aan bij een onderzoek van de Israëlische ngo I Believe Israeli Women, die een rapport overhandigde aan VN-rapporteur Alice Jill Edwards en spreekt van een doelbewuste martelcampagne met uitgebreid seksueel en psychologisch misbruik. Wel verschillen de twee rapporten van mening over de vraag of seksueel geweld gecoördineerd of opgedragen was door de leiders van Hamas: I Believe Israeli Women noemt aanwijzingen voor een georganiseerde campagne, Amnesty zegt onvoldoende bewijs te hebben gevonden dat seksueel geweld systematisch door leidinggevenden was bevolen.
Het rapport richt zich daarmee primair op verantwoordelijkheid en bewijsvoering rond de Hamas-aanvallen, maar plaatst dit binnen de bredere oproep tot verantwoording voor alle gepleegde misdrijven in het conflict.