Amerikaanse geneesmiddelen-autoriteit erkent: kinderen gedood door covid-vaccins
In dit artikel:
Vinay Prasad, hoofd van het FDA‑centrum voor biologische producten (CBER) én de hoogste Amerikaanse functionaris op het vlak van vaccins, maakte in een interne memo een opvallende constatering: uit een intern onderzoek naar 96 sterfgevallen bij kinderen van 7–16 jaar zouden minimaal tien gevallen een verband hebben met covid‑vaccinatie, waarschijnlijk door myocarditis. Prasad waarschuwt dat dit aantal door onderrapportage waarschijnlijk te laag is en pleit in zijn memo voor een fundamentele herziening van hoe vaccins worden beoordeeld en goedgekeurd. Hij stelt onder meer dat vaccins niet langer een uitzonderingspositie mogen hebben, dat goedkeuringen voor specifieke groepen (zoals zwangeren) moeten berusten op studies binnen die groepen, dat vaccins tegen ziekten als longontsteking klinische effecten moeten aantonen in plaats van alleen antilichaamresponsen, en dat het jaarlijkse update‑proces van griepvaccins en het beleid rond het gelijktijdig toedienen van meerdere vaccins herzien moeten worden.
De onthulling leidde tot felle reacties: onderzoeksjournalist Maryanne Demasi noemt het een keerpunt in vaccinregulering, terwijl Robert Malone (vicevoorzitter van het adviescomité ACIP) spreekt van een revolutie. Eerder zei FDA‑chef Marty Makary in september dat VAERS‑data kinderenlevens toeschrijven aan covidvaccins en dat er onderzoek liep naar primair bronmateriaal; dat grotere rapport is nog niet publiek door interne onenigheid.
Amerikaanse cardioloog Peter McCullough, die met getuigenissen in de Senaat aanzwengelde onderzoek naar overleden kinderen, vindt de FDA‑reactie te laat en eist diepgravend onderzoek en tijdelijke marktstops. Internationaal is er ook aandacht: de Nederlandse Biomedische Rekenkamer onderzoekt enkele gevallen van overlijden na coronavaccinatie, waaronder de zaak van een 17‑jarig meisje met hartklachten die twee jaar later overleed.
Als dit krachtenveld leidt tot beleidswijzigingen, kan dat gevolgen hebben voor toekomstige goedkeuringscriteria, de bewijsvoering voor effectiviteit en de monitoring van bijwerkingen bij kinderen en andere subgroepen.