Amerikaans bedrijf Caterpillar schaft thuiswerken af en stuit op verzet bij vestiging in Nederland
In dit artikel:
Caterpillar, de Amerikaanse producent van graafmachines en bulldozers, heeft wereldwijd een verbod op thuiswerken ingesteld. Het Nederlandse kantoor in Den Bosch, waar ongeveer 180 mensen werken, verzet zich tegen die maatregel en stapte naar de rechter; de uitspraak staat gepland op 15 september. Volgens het bedrijf schaadt thuiswerken de onderlinge verbondenheid en het vermogen om te vernieuwen, en werknemers zouden voortaan op hun aanwezigheid worden afgerekend bij beoordelingsgesprekken.
De ondernemingsraad (or) in Den Bosch, onder leiding van Dave Kennis, noemt het besluit te rigide en bovendien zonder overleg ingevoerd. Kennis wijst erop dat veel collega’s ver weg wonen en “niet elke ochtend en avond in de file” willen staan; hij benadrukt ook dat flexibiliteit oude vacatures aantrekkelijk maakte en dat thuiswerken bij Caterpillar sinds 2018 gangbaar is — zelfs in vacatureteksten genoemd. De or wijst verder op internationale aanwas van personeel in Den Bosch, zoals werknemers uit Brazilië en Nieuw-Zeeland, die juist vanwege flexibiliteit zijn komen werken.
De stap van Caterpillar volgt een bredere trend bij Amerikaanse tech- en retailbedrijven (zoals Amazon en Microsoft) om kantoorplicht te verstrengen met het argument dat fysieke samenwerking innovatie bevordert. Voorstanders van thuiswerken noemen reistijdbesparing en betere werk-privébalans; CBS-cijfers tonen dat Nederlanders gemiddeld ongeveer een vijfde van hun werktijd thuis doorbrengen en dat bijna de helft van de beroepsbevolking soms thuiswerkt — Nederland is daarmee koploper in Europa. Wereldwijd telt Caterpillar meer dan honderdduizend werknemers; de Nederlandse or eist behoud van flexibiliteit en wil dat de rechter daarover oordeelt.