Ambtenaren 'omzeilden' de regels om pfas-grond van Schiphol weg te werken
In dit artikel:
In 2018 verplaatste de provincie Noord-Holland ruim 50.000 m3 grond die met PFAS was verontreinigd van werkzaamheden op Schiphol naar een perceel bij Aalsmeerderbrug in de Haarlemmermeerpolder. Uit onderzoek van Follow the Money blijkt dat ambtenaren van de provincie en van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied actief regels en meldprocedures buigen om die verplaatsing “legaal” te krijgen, omdat opslag op Schiphol zelf geen optie meer was en verdere bouwprojecten daardoor in gevaar zouden komen.
Wat gebeurde: toen de grond in maart 2018 werd aangevoerd, werd zij officieel als tijdelijke opslag gemeld – een procedure die normaal geldt voor maximaal zes maanden. De provincie en de Omgevingsdienst verzochten elkaar vervolgens de meldingen aan te passen waardoor die termijn verlengd werd tot drie jaar, om de zesmaandse beperking te omzeilen. Omdat die wijziging aanvankelijk niet voldeed aan de wettelijke indieningseisen, trok de provincie oudere meldingen in en diende nieuwe in. Een milieu-inspecteur waarschuwde dat na het verstrijken van die drie jaar de situatie formeel storten zou zijn en dat er dan een afvalstoffenheffing opgelegd kon worden; volgens berekeningen van Follow the Money zou dat de provincie ongeveer 2,5–3 miljoen euro gekost hebben. Uiteindelijk werd de situatie gelegaliseerd en werd belastingheffing voorkomen.
Problemen met toetsing en de ontvangende locatie: voorafgaand aan het “uitvlakken” van de berg werd de grond bij Aalsmeerderbrug niet adequaat getest—twee van acht vereiste analyses vonden pas jaren later plaats. Bovendien was de ontvangende bodem al vervuild: eerder lozingen en een kerosineleiding hadden PFAS‑stoffen in de omgeving achtergelaten. Onderzoek uit 2019 toonde PFOS-concentraties in het oppervlaktewater tot 11,1 ng/L, ruim boven de destijds geldende risicowaarde van 0,65 ng/L en astronomisch hoger dan huidige normen (enkele picogram per liter). Ondanks die ernstige vervuiling beschouwde een provinciewoordvoerder de aangevoerde grond als een “bodemverbeterende leeflaag”. Intern werden methodes gebruikt om de gemiddelde vervuilingsgraad van het perceel lager te doen lijken door minder vervuilde delen mee te wegen, waarna uitvlakken en verkoop van het perceel — “inclusief verontreiniging” — werden voorbereid.
Wie is erbij betrokken: Schiphol leverde de grond, de provincie Noord-Holland voerde het project uit, en de Omgevingsdienst hield toezicht maar blijkt mee te werken aan het aanpassen van meldingen. Commissaris van de Koning Johan Remkes waarschuwde al in 2018 voor vertraging door de PFAS‑grond. Volwassen kritiek komt van wetenschappers en onderzoekers: lobbyonderzoeker Arco Timmermans noemt het handelen van de ambtenaren professioneel maar moreel problematisch; milieuchemicus Chiel Jonker benadrukt dat PFAS onverwoestbaar zijn, uitspoelen naar grond- en oppervlaktewater en zo in voedselketens en zeeleven belanden.
Waarom dit relevant is: de casus illustreert hoe financiële en operationele belangen (snelle afvoer, vermijden van hoge heffingen, verkoopbaarheid van grond) kunnen leiden tot juridisch en bestuurlijk geguichelde oplossingen, terwijl de milieu- en volksgezondheidsrisico’s van PFAS blijven bestaan en zich mogelijk verplaatsen naar een nieuwe locatie. De handelwijze roept vragen op over toezicht- en handhavingspraktijken en over wie uiteindelijk opdraait voor sanering en de langetermijnschade van deze “verplaatste” vervuiling.