Ambitieus doel Defensie lijkt buiten handbereik: 'Je bent niet zomaar reservist'
In dit artikel:
Defensie zet in op het aantrekken van tienduizenden reservisten, met als veelgehoord streefgetal 20.000 reservisten in 2030 (sommige doelstellingen noemen zelfs hogere aantallen), maar het is onzeker of dat haalbaar is. Sinds september krijgen alle 17‑jarigen een tweede dienstplichtbrief; dat is geen oproep, maar een uitnodiging om een vragenlijst in te vullen waarmee Defensie peilt wie mogelijk interesse heeft in rollen als reservist, beroepsmilitair of een dienstjaar. Van de ongeveer 11.000 enquêtes die zijn verstuurd, zijn er tot eind oktober slechts 906 ingevuld teruggekomen — en invullen betekent niet automatisch dat iemand daadwerkelijk wil of geschikt is om te dienen.
Tegelijk voert Defensie sinds eind 2021 een intensieve wervingscampagne; het aantal sollicitaties voor reservistposities groeit: van 2.838 in 2022 naar ruim 4.100 dit jaar. Kandidaten moeten echter nog medische en psychologische toetsen doorstaan, en Defensie zoekt vooral ook burgers met nuttige vakkennis zoals zorgprofessionals, cyberexperts of monteurs. Een andere bottleneck is of Defensie genoeg capaciteit heeft om grote aantallen snel op te leiden.
Peter Wijninga van The Hague Centre for Strategic Studies waarschuwt dat de huidige aanpak te vrijblijvend is. Waar vroeger de opkomstplicht automatisch een reservoir aan dienstplichtigen bleef vormen, ontbreekt die voedingsbron sinds de afschaffing van de plicht. Hij wijst op het Scandinavische model dat Nederland probeert te volgen, maar benadrukt dat culturele en veiligheidsverschillen — zoals in Scandinavië een bredere bereidheid door angst voor Rusland — maken dat Nederland niet automatisch dezelfde resultaten haalt.
Politiek en ministerie zeggen dat heractivering van de opkomstplicht voorlopig niet aan de orde is, maar Wijninga merkt dat de discussie steeds wordt uitgesteld. Hij stelt dat het verplicht laten invullen van de vragenlijst een haalbare eerste stap zou zijn; lukt dat zonder veel verzet, dan zou het gesprek over het eventueel opnieuw invoeren van opkomstplicht kunnen volgen.