"Als WHO het doelwit was, dan is dat een oorlogsmisdaad", zegt expert over aanval op VN-organisatie in Gaza
In dit artikel:
Israël viel onlangs meerdere keren het gebouw van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), een VN-organisatie, aan, waarbij ook personeel werd bedreigd en gesommeerd zich uit te kleden onder schot. Volgens professor Jan Wouters (KU Leuven) is dit een mogelijke schending van het internationale recht, aangezien VN-personeel, hun uitrusting en gebouwen beschermd zijn door een verdrag uit 1994, ondertekend door 95 landen maar niet door Israël. Hoewel Israël spreekt van collateral damage en gijzelaars in de omgeving, wijst de WHO erop dat zij hun locatie duidelijk hadden doorgegeven aan het Israëlische leger.
Het aanvallen en ondervragen van VN-personeel kan volgens Wouters als oorlogsmisdaad worden aangemerkt als bewezen wordt dat de WHO doelwit was. Daarnaast gelden er voor humanitair personeel van organisaties zoals het Rode Kruis ook beschermingsregels op basis van de Conventies van Genève, waarbij aanvallen op deze hulpverleners eveneens verboden zijn. Niet alleen VN-personeel, maar ook ngo's en de burgerbevolking genieten bescherming onder het oorlogsrecht.
Juridisch gezien ligt de verantwoordelijkheid bij Israël om een onderzoek te starten, zoals ook door de VN-Veiligheidsraad wordt aangemoedigd. Indien dat niet gebeurt, kan het Internationaal Strafhof ingrijpen of kan de Veiligheidsraad de daad veroordelen. Echter, vanwege het veto van de VS is het onwaarschijnlijk dat de Veiligheidsraad Israël openlijk zal bestraffen. Deze situatie illustreert de complexe juridische en politieke dynamiek rondom conflicten waarin VN- en humanitair personeel betrokken raken.