Als UAE de Vuelta echt wil winnen, moet alles nu om Almeida draaien in strijd tegen Vingegaard
In dit artikel:
De Vuelta a España begint aan de beslissende slotweek met nog zes etappes te gaan; drie finishen bergop en één is een tijdrit. Er zijn nog slechts twee echte kanshebbers over voor de eindzege: Jonas Vingegaard (Visma‑Lease a Bike) en João Almeida (UAE Team Emirates). Vingegaard leidt op dit moment met 48 seconden voorsprong, maar de dynamiek van de race wordt sterk bepaald door ploegentactiek.
UAE Team Emirates heeft de afgelopen dagen opvallend gedomineerd: vier van de laatste vijf ritten werden door hun renners gewonnen (Jay Vine, Juan Ayuso, Almeida zelf en Marc Soler). Die reeks toont zowel hun kracht als een potentieel probleem voor Almeida: tot nu toe lijken ploegmaten vooral individuele kansen te hebben gepakt in plaats van volledig in dienst van de kopman te koersen. Een concreet voorbeeld was de winst van Soler; hij zat aanvankelijk in een vlucht om Almeida eventueel te helpen in de finale, maar op de slotklim bleek hij niet bereid of in staat om die rol daadwerkelijk uit te voeren. Daardoor bleef Almeida in die etappe passief en concludeerde hij achteraf dat Vingegaard op dat moment te sterk was om aan te vallen.
Als Almeida de Vuelta alsnog wil winnen, moet UAE hun middelen nu expliciet en consequent inzetten voor hem: ploeggenoten moeten bereid zijn aanvallen van te voren te bewaren en als steun fungeren in cruciale momenten. Visma weet uit eerdere successen hoe effectief zo’n collectieve aanpak kan zijn — Vingegaard gebruikte vergelijkbare tactieken om Tadej Pogačar in de Tour te verslaan, en Simon Yates greep dit seizoen met ploegsteun al eens een eindoverwinning weg.
Vingegaard zelf kwam de tweede rustdag niet in dezelfde euforie als UAE; waar hij in de eerste week vaak aanvallend reed, heeft hij recent meer gefocust op het volgen van Almeida, onder andere op de Angliru en La Farrapona. Of dat duidt op gezonde voorzichtigheid of een licht teruglopende vorm is nog onduidelijk. Voor Almeida blijft de vraag hetzelfde: kan hij zijn ploeg zó disciplineren dat zij niet langer hun eigen zeges najagen, maar één gezamenlijk plan uitvoeren om de Deen onder druk te zetten in de laatste vier beslissende etappes?