Moerdijk niet eerste dorp dat verdwijnt: 'Wacht niet te lang met verhuizen'
In dit artikel:
Meerdere Nederlandse dorpen verdwenen al om plaats te maken voor industrie of infrastructuur; Blankenburg en Oterdum zijn twee bekende voorbeelden die NU.nl nabeschouwt nu ook Moerdijk moet wijken. Deze verhalen laten zien wat zo’n gedwongen vertrek concreet betekent voor bewoners: verlies van thuis, snelle sloop van huizen, magere vergoedingen en blijvende herinneringen in het landschap.
Blankenburg (ten westen van Rotterdam) werd in de jaren zestig opgeheven voor de uitbreiding van de Rotterdamse haven. In de periode 1960–1965 trokken veel van de ongeveer 400 inwoners weg; sommige huizen werden met opzet in brand gestoken om houten gebouwen snel te slopen. Wim van Oudheusden en zijn gezin waren de laatsten die er nog woonden; zij verlieten de oude schoolwoning halverwege de jaren zestig. Op de plek van het dorp staat nu een chemiebedrijf (Huntsman) en in de omgeving verwijst de A24 met de Blankenburgtunnel nog naar het verdwenen dorp. Van Oudheusden zegt dat hij het verlies vooral heeft geaccepteerd: "je liet het gewoon begaan."
Ook rond Schiphol moesten dorpen zoals Rijk wijken; daar ligt nu de Kaagbaan. In Groningen verdwenen in de jaren zeventig de dorpen Oterdum, Heveskes en Weiwerd voor een geplande uitbreiding van de Eemshaven. Folly Kamminga, opgegroeid in Oterdum, herinnert zich dat de mededeling over een haven met chemiebedrijven slecht viel en dat woningen snel werden gesloopt zodra ze leegstonden. Sloop veroorzaakte stofwolken en zorgde ervoor dat achtergebleven bewoners in een spookachtig, troosteloos dorp kwamen te wonen. Uiteindelijk kwam de geplande industrie rond de Eemshaven niet tot stand — onder meer door de oliecrisis — waardoor de gedwongen ontruiming voor veel inwoners extra wrang voelde.
Er zijn ook menselijke gevolgen: bewoners kregen soms te lage compensaties en hadden weinig onderhandelingsruimte; Kamminga vertelt dat zijn ouders van een vrijstaande woning naar een rijtjeshuis werden verhuisd en weinig kregen voor hun huis. Wat bleef, zijn herinneringen en kleine monumenten: de Plompe Toren herinnert aan het verdwenen Koudekerke, de Blankenburgtunnel draagt de naam van het verdwenen Blankenburg en voormalige inwoners van Oterdum komen jaarlijks samen bij het oude kerkhof.
Kamminga geeft praktische raad aan bewoners van nu bedreigde dorpen zoals Moerdijk: probeer zoveel mogelijk financiële waarde uit je vertrek te halen en vertrek niet te lang te laat, om het isolement en de emotionele belasting van achterblijven in een leeg dorp te vermijden.