Als ik Dilan Yesilgöz was dan zou ik mezelf verbieden, in plaats van het antifascistische gedachtegoed

vrijdag, 24 oktober 2025 (15:08) - Joop

In dit artikel:

De auteur reageert verontwaardigd op VVD-politica Dilan Yesilgöz die zegt dat het antifascistische gedachtengoed verboden zou moeten worden. Zij noemt Yesilgöz’ uitlating niet alleen foutief maar gevaarlijk: door met haar positie in de politiek zo’n verbod te suggereren, legitimeert zij volgens de schrijver juist het fascistische gedachtegoed en ondermijnt ze de poging om dat kwaad te bestrijden. De auteur benadrukt dat het niet om persoonlijke afkeer gaat, maar om diepe morele verontwaardiging en angst voor de consequenties als antifascisme wordt uitgebannen.

De tekst verweeft die kritiek met een persoonlijke familiegeschiedenis: grootmoeder Borka uit de bergen van Bosnië verloor een baby en vele familieleden doordat fascistische troepen hun dorp binnendrongen. Borka overleefde, sloot zich aan bij de antifascistische vrouwenbeweging (AFŽ) en verloor in de strijd bijna alles — familie, bezit en thuis. Ook de opa van de auteur vocht als partizaan; diens verwondingen en de onderlinge zorg tijdens de bezetting leiden tot de geboorte van de volgende generaties. De schrijver stelt dat die offers niet vergeefs mogen zijn en dat het afdanken van antifascisme neerkomt op het ontkennen van die geschiedenis en het risico op herhaling.

De auteur roept verder op tot een concrete maatregel: personen die pleiten voor het verbieden van antifascistische opvattingen, zoals Yesilgöz, horen niet thuis bij herdenkingen van slachtoffers van fascisme. Zelfs als zulke politici hoge functies zouden bekleden, zouden zij volgens de schrijver geweerd moeten worden bij ceremonies ter nagedachtenis aan de Tweede Wereldoorlog. De kernboodschap is een morele waarschuwing: fascisme staat gelijk aan vernietiging en dood, antifascisme staat voor het verdedigen van leven en menselijke waardigheid. Het voorstel om antifascisme te verbieden ziet de auteur daarom als een directe bedreiging voor die waarden.

Als context: de discussie speelt nú in de Nederlandse politiek en roept bij mensen met familiegeschiedenissen in door fascisme getroffen gebieden sterke emoties en herinneringen op. De schrijver sluit af met een persoonlijke paradox: zij is niet Dilan maar schaamt zich dat iemand uit haar samenleving zulke ideeën kan hebben — en vreest de gevolgen daarvan voor toekomstige generaties.