Als duidelijk is dat type hond te bijtgraag is, dan ligt verbod voor de hand
In dit artikel:
In Rotterdam is een oudere man recentelijk door twee honden dodelijk verwond, wat de maatschappelijke discussie over een mogelijk verbod op bepaalde hondensoorten opnieuw heeft aangewakkerd. De ramp benadrukt zorgen over agressie en bijtgedrag; volgens critici ligt een verbod voor de hand zodra duidelijk is dat een type hond vaker sterk bijt- of aanvalsgedrag vertoont.
Tegenstanders van een rasverbod wijzen er doorgaans op dat oorzaak en oplossing complexer zijn: eigenaarstoezicht, opvoeding, training en handhaving van regels spelen een grote rol bij het voorkomen van incidenten. Voorstanders willen met een verbod directe risico’s voor kwetsbare groepen verkleinen. In het publieke debat worden ook alternatieven genoemd, zoals strengere aansprakelijkheid voor eigenaren, verplichte gedragstesten, registratie en verplichte opleiding of sterkte van muilkorf- en aanlijnregels.
De Rotterdamse zaak fungeert nu als aanleiding om opnieuw af te wegen welke mix van maatregelen het meeste effect heeft op veiligheid in openbare ruimten: een gericht verbod wanneer wetenschappelijk bewijs voor een rasgebonden risico bestaat, of juist meer focus op preventie en handhaving richting eigenaren.