Als de Russen komen, hebben we gelukkig onze windmolens nog: 'In tijden van nood cruciaal'

zondag, 31 augustus 2025 (09:03) - Algemeen Dagblad

In dit artikel:

Op de dijk bij IJsselstein draait korenmolen De Windotter rustig in de wind. De molen is in 1732 gebouwd en na een restauratie waarvan het plan vooral door Gerrit Keunen werd geschreven, weer bedrijfsklaar opgeleverd in 1987. Keunen (geb. 1947) was ruim 35 jaar molenspecialist bij de rijksdienst voor monumentenzorg en heeft voor honderden molens restauratieplannen gemaakt. Sinds die oplevering maalt molenaar Maarten Dolman er op klompen het graan.

Keunen, afkomstig uit een molenaarsfamilie via zijn moeder maar zelf opgegroeid in Utrecht, maakt zich al jaren zorgen over de kwetsbaarheid van moderne infrastructuur. Een recent bezoek aan Kyiv (in april) versterkte zijn beeld: steden met beschadigde woonblokken en veel dieselgeneratoren die draaien als de stroom uitvalt. Hij waarschuwt dat een langdurige uitval van elektriciteit de samenleving terugwerpt naar een pre-industriële situatie — en pleit ervoor de traditionele molens daartegen als praktische reserve in te zetten.

Aan de hand van eigen berekeningen laat Keunen zien dat De Windotter, wanneer hij volledig op wind draait, genoeg meel kan malen voor ongeveer 50.000 mensen. Landelijk telde hij ongeveer 600 wind­aangedreven korenmolens, circa 100 watermolens en ruwweg 200 aanvullende mechanische maalunits (meestal met aggregaten). Volgens Keunen zou die gecombineerde capaciteit in een crisis voldoende kunnen zijn om ongeveer twee derde van de Nederlandse bevolking van een minimaal broodrantsoen te voorzien.

Voor Keunen is het behoud van molens niet alleen erfgoed of toerisme; het gaat erom dat molens bedrijfsklaar blijven. Een molen moet kunnen malen, stelt hij, niet enkel als uitzichtspunt dienen. Daarom pleit hij er bij gemeenten en bestuurders op aan te dringen dat korenmolens gereed worden gehouden als noodvoorziening — technisch onderhoud, draaibaarheid en ketens van vaklieden zijn essentieel.

De coronaperiode gaf een voorproefje van de maatschappelijke rol: tijdens de eerste maanden stonden mensen in rijen voor De Windotter om meel te kopen, uit angst voor tekorten. Dat illustreert volgens molenaar Dolman hoeveel druk er kan ontstaan als winkels leeg raken.

Keunen heeft de nationale reserve-maalcapaciteit in kaart gebracht en biedt zijn kennis gratis aan. Hij wijst erop dat voorbereiding niet alleen taak van overheden is; burgers worden geadviseerd basale crisisbenodigdheden in huis te hebben (contant geld, water, batterijen en radio). Zijn boodschap is helder: behoud en inzet van traditionele maalcapaciteit kan in “bange dagen” een cruciale rol spelen bij de voedselvoorziening.