Alleen samen kon de witte fashionwereld worden opengebroken, toont de documentaire 'Invisible Beauty'
In dit artikel:
Close Up programmeert dit najaar een verrassend thematisch kwartet rond kunst en cultuur, waaronder de documentaire Invisible Beauty (in het Nederlands Onzichtbare schoonheid) waarin Bethann Hardison zowel hoofdrolspeelster als co‑regisseur is. De film fungeert als memoir en portret van een van hét activistische gezichtspunten in de modewereld: Hardison bouwde decennialang aan meer zichtbaarheid en positie voor modellen en ontwerpers van kleur, niet alleen als individuele carrièresucces maar als motor voor bredere emancipatie.
Hardison groeit op tussen twee werelden — een vrijzinnige, New Yorkse moeder met roots in het racistische Zuiden en een vader die imam werd en onderdeel van de politieke en religieuze debatten rond Malcolm X — en ontwikkelt zich tot een begaafd leerling, de eerste zwarte cheerleader en later model en oprichter van haar eigen modellenbureau. De film toont zowel haar persoonlijke reflecties als de lof van collega’s en critici (onder meer Whoopi Goldberg, Naomi Campbell, Robin Givhan).
Twee sleutelmomenten illustreren haar impact: de wedstrijd in Versailles (1973), waar haar Amerikaanse gezelschap het publiek veroverde met individuele kracht en diversiteit; en de periode daarna waarin de catwalks tijdelijk werden gedomineerd door extreem magere witte modellen — een ontwikkeling waarop Hardison publieke druk zette, onder andere door modehuizen en tijdschriften te confronteren en via initiatieven zoals de Black Girls Coalition verandering te forceren. Invisible Beauty plaatst haar levenswerk tussen triomf en terugslag: gewonnen zichtbaarheid, maar geen eindstation in een wereld die soms weer terugvalt. De film presenteert daarmee niet alleen een monumentaal portret, maar ook een kritische les over organisatie en collectieve strijd in de mode-industrie.