Alawieten in Syrië: een maand van angst, bloed en overmacht

In dit artikel:

Tussen 20 juli en 20 augustus heeft de Alawitische gemeenschap in Syrië een opeenstapeling van moorden, ontvoeringen en economische verstikking meegemaakt die zich uitstrekte van de kustbergen tot in Damascus. Volgens tientallen gedocumenteerde incidenten gaat het niet om losse voorvallen maar om een doelgericht patroon van intimidatie onder het bewind van Ahmad Al‑Sharaà (Abu‑Mohammad Al‑Jolani). Voorbeelden: op 20 juli drongen gewapende mannen het huis van een familie in Jidrin (platteland Hama) binnen en doodden een man en zijn negenjarige zoon; op 24 juli werd een Alawiet neergeschoten bij een kazerne in Latakia; op 26 juli overleed een jonge Alawitische student aan eerdere verwondingen. Aanvallen in Homs en westelijk Hama vergrootten de spanningen en riepen herinneringen op aan eerder sektarisch bloedvergieten. De slachtoffers lijken gekozen vanwege hun identiteit, niet vanwege individuele daden. Context: Alawieten vormen een minderheid die tijdens de Syrische oorlog vaker het mikpunt van vergelding en discriminatie is geweest.