Al meer dan 85.000 eigenaars van tweede verblijf hebben te veel betaalde provinciebelasting teruggevraagd
In dit artikel:
Meer dan 85.000 eigenaars van een tweede verblijf hebben een terugbetaling aangevraagd van te veel betaalde provinciebelastingen nadat de Raad van State hun klacht tegen die heffing bevestigde. Het gaat om terugvorderingen voor de jaren 2022, 2023 en 2024; veel van de betrokken woningen liggen aan de kust in West‑Vlaanderen.
De discussie draaide om het tariefverschil: tweedeverblijvers betaalden de voorbije drie jaar ongeveer drie keer meer dan vaste inwoners. Voor 2022 betaalt(e) een tweede verblijf in West‑Vlaanderen bijvoorbeeld een forfait van 129 euro, terwijl een hoofdverblijf 23 euro kostte voor alleenstaanden en 43 euro voor huishoudens van twee of meer personen. Tegen dat onderscheid stapten eigenaars naar de Raad van State, die oordeelde dat de provincie onvoldoende had aangetoond dat tweede verblijven meer kosten veroorzaken of dat de hogere heffing objectief te rechtvaardigen was.
De uitspraak vernietigde de wettelijke grondslag voor het hogere tarief, waardoor provinciebestuurders begin oktober ruim 114.000 eigenaars informeerden over de mogelijkheid om de te veel betaalde belasting terug te vragen. Tot nu toe hebben ruim 85.000 mensen die procedure al doorlopen; er is geen uiterste datum gesteld voor aanvragen.
De provincie verdedigde het verschil met twee argumenten: dat tweede verblijven extra kosten met zich meebrengen (bijvoorbeeld door gebruik van fiets‑ en wandelpaden en provinciale domeinen) en dat eigenaars van een tweede woning een hogere draagkracht hebben, een uitleg die gedeputeerde Jean de Bethune samenvatte als: "We zien het als een soort luxetaks." De Raad van State vond deze verantwoording echter onvoldoende onderbouwd en wees het onderscheid af op grond van het gelijkheidsbeginsel.
Belang voor inwoners en bestuur: eigenaars aan de kust krijgen zo massaal geld terug, en de uitspraak dwingt provincies om ofwel een nieuwe juridische basis voor differentiële heffingen te vinden of het beleid te herzien. Voor tweedeverblijf‑houders betekent het concreet dat zij zonder tijdsdruk hun teveel betaalde bedragen kunnen terugvorderen.