AIVD en MIVD delen minder info met VS en meer met Europa, zeggen directeuren
In dit artikel:
Nederlandse inlichtingendiensten delen minder automatisch informatie met de Verenigde Staten en kiezen vaker voor gezamenlijke projecten binnen Europa. Dat zeggen AIVD-directeur Erik Akerboom en MIVD-hoofd Peter Reesink in een interview met de Volkskrant. De terughoudendheid richting de VS hangt samen met zorgen over de politieke koers van president Trump — ontslagen van hoge ambtenaren en druk op journalisten, rechters en universiteiten wekken wantrouwen — waardoor Nederland kritischer afweegt wat wordt gedeeld.
Akerboom en Reesink noemen geen concrete voorbeelden, maar stellen dat bepaalde gegevens soms bewust niet meer worden uitgewisseld. Reesink, die onlangs de CIA en NSA bezocht, meldt dat de onderlinge betrekkingen goed zijn maar dat samenwerking per zaak wordt beoordeeld; hij voelde zich tijdens het bezoek “positief gerustgesteld”.
Historisch is er door de NSA op grote schaal ruwe data van Nederlanders onderschept. Op de vraag of huidig internetverkeer, telecomdata of andere ruwe datasets nog naar Amerikaanse diensten gaan, zeggen de directeuren dat zij niet expliciet kunnen aangeven wat er wel of niet gedeeld wordt, maar dat de selectie strikter is geworden en dat delen niet uitgesloten kan worden.
Tegelijkertijd is multilaterale samenwerking binnen Europa duidelijk opgevoerd: met onder anderen het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Scandinavië, Frankrijk en Polen worden meer gegevens — ook ruwe data — gedeeld. Deze intensivering is versneld door de oorlog in Oekraïne en de verhoogde Russische dreiging.
Daarnaast wijzen Akerboom en Reesink op groeiende digitale risico’s: Rusland voert volgens hen tientallen succesvolle hacks per jaar in Nederland uit, en China vormt een grote digitale bedreiging. Ze waarschuwen voor zogeheten close‑access-operaties waarbij laptops en smartphones fysiek of draadloos worden geleegd, en voor het afvangen van versleutelde data die later met behulp van bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie gekraakt kan worden.
De diensten vragen meer bevoegdheden om sneller te kunnen optreden bij digitale aanvallen; huidige procedures duren te lang. Ze benadrukken ook het fundamentele verschil met autocratische staten, waar inlichtingendiensten makkelijker medewerking kunnen afdwingen dan in een rechtsstaat als Nederland.