Afval scheiden: hoe moet dat?
In dit artikel:
Afvalscheiding is inmiddels de meest gebruikte manier om bij te dragen aan een schoner milieu. Het artikel zet uiteen welke afvalsoorten je kunt scheiden en waarom dat loont: minder afval naar de verbrandingsoven of stortplaats, behoud van grondstoffen en vaak een lagere CO2-uitstoot.
Welke stromen je thuis meestal apart kunt aanbieden:
- Papier en karton: kranten, dozen en reclamedrukwerk.
- Glas: flessen en potten (per kleur scheiden waar dat gevraagd wordt).
- PMD: plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drinkpakken (soms aangeduid als PMD of PMD/K).
- GFT: groente-, fruit- en tuinafval en tuinafval.
- Textiel: gedragen of kapotte kleding naar inzamelcontainers of winkels.
- Klein elektrische apparaten en e‑afval: telefoons, scheerapparaatjes, adapters naar inzamelpunten.
- Klein chemisch afval (KCA): batterijen, verf‑ en oplosmiddelen, lampen met kwik naar speciale inzamelpunten.
- Hout, bouw- en sloopafval: apart inleveren of via gemeentelijke inzameling.
Restafval is wat overblijft en vaak niet meer recyclebaar is.
Wat het praktisch betekent: gemeenten hebben verschillende regels en routes (wijkcontainers, ondergrondse bakken, milieustraat), dus kijk naar de lokale instructies over welke stromen zij apart inzamelen en hoe je verpakkingen het beste kunt voorbereiden (bijvoorbeeld leeg en droog, dozen plat). Ook bestaan er systemen zoals statiegeld voor flessen en blik die recyclen stimuleren.
Waarom het de moeite waard is: recycling bespaart grondstoffen en energie, vermindert afvalstromen en kan de milieukosten drukken. Bovendien zorgt gescheiden inzameling ervoor dat waardevolle materialen opnieuw gebruikt worden, wat economisch en ecologisch profijt oplevert.