Experts willen dat kabinet uitbuiting van arbeidsmigranten harder aanpakt
In dit artikel:
De Sociaal-Economische Raad (SER) roept het kabinet op om misstanden onder arbeidsmigranten in Nederland hard aan te pakken met strengere regels, meer inspecties, hogere boetes en een lager totaal aantal arbeidsmigranten. Volgens de raad werken er tussen de 735.000 en 1,1 miljoen mensen uit het buitenland in Nederland; de meerderheid uit EU-landen in sectoren als bouw, logistiek en landbouw, terwijl niet-EU-migranten vaker in beter betaalde functies zoals IT zitten. Naar schatting gaat het om circa 200.000 laagbetaalde arbeidsmigranten waar veel misstanden zoals slechte huisvesting, onveilige werkomstandigheden en onterecht ontslag voorkomen — soms met dakloosheid als gevolg wanneer mensen door baanverlies ook hun woonplek kwijtraken.
De SER wijst erop dat deze groep onmisbaar is voor urgente projecten rond woningbouw en het elektriciteitsnet, maar dat de instroom ook extra druk legt op de krappe woningmarkt en voorzieningen zoals zorg en onderwijs. Beperken van het aantal is lastig door de vrije beweging in de EU en doordat werkgevers soms gebruikmaken van ondoorzichtige constructies (bijvoorbeeld het inhuren van niet-EU-werkers via een ander EU-land). Daarom pleit de raad niet alleen voor het terugdringen van aantallen, maar vooral voor betere handhaving: meer inspecteurs, zwaardere boetes die echt afschrikken, en maatregelen tegen schijnconstructies.
Daarnaast adviseert de SER een inkomensgarantie waarmee werkgevers arbeidsmigranten minimaal twee maanden doorbetalen als ze naar Nederland halen, en betere huurbescherming om erbarmelijke woonomstandigheden tegen te gaan. Tegelijk moet Nederland inzetten op robotisering en automatisering en meer Nederlanders motiveren om te werken, maar volgens de raad blijven zowel arbeidsbesparende technologie als gerichte arbeidsmigratie nodig om grote maatschappelijke opgaven te kunnen volbrengen.