Advies: Help arme mensen met verduurzaming, niet degenen met een dikke beurs
In dit artikel:
De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) pleit voor een rechtvaardiger aanpak van de verduurzaming in Nederland: wie het niet kan betalen moet worden geholpen, wie het wel kan doen moet worden aangespoord — en subsidiebeleid en prijsprikkels moeten selectiever en eerlijker worden ingezet. Het advies "Eerlijk verduurzamen" werd woensdag aangeboden aan demissionair minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) en staatssecretaris Jürgen Nobel (Participatie en Integratie).
De Rli signaleert dat de verduurzaming stokt doordat sommige mensen die willen meedoen geen geld of mogelijkheden hebben, terwijl anderen wel kunnen maar geen actie ondernemen. Dat voedt onvrede wanneer rijke huishoudens of vervuilende bedrijven (denk aan Tata Steel) onevenredig veel steun of fiscale voordelen lijken te krijgen. De raad wil af van vrijblijvendheid: schadelijke technieken en stoffen (zoals PFAS, verbrandingsmotoren en ketels) moeten daadkrachtig worden uitgefaseerd en voorzieningen waar nodig afdwingbaar worden gemaakt.
Een kernvoorstel is eerlijke beprijzing: milieukosten moeten terug in de prijs, maar de opbrengsten deels als gelijk bedrag per inwoner worden teruggegeven (een soort dividend). Daardoor worden zuinigheid en lage consumptie beloond, terwijl grootverbruikers meer betalen. Voor basisgebruik (bijvoorbeeld normaal waterverbruik) blijft een laag tarief gelden; excessief gebruik wordt zwaarder belast.
De Rli benadrukt dat veel maatregelen lokaal moeten gebeuren. Gemeenten kunnen subsidie en hulp zo richten dat kwetsbare wijken en huishoudens die slechte, tochtige huizen hebben of schulden, niet achterblijven. Praktische instrumenten zijn fixteams die bij bewoners thuis klussen uitvoeren, aansluiting bij bestaand sociaal beleid zodat mensen het eigen aandeel van subsidieregelingen kunnen overbruggen, en steun aan buurtinitiatieven of coöperaties. Het voorbeeld van Gouda, dat stadsgroen alleen inzet waar het nodig is en daardoor meer effect bereikt, illustreert het principe van selectieve inzet.
Verder waarschuwt de raad tegen beleid dat het probleem verergert: prijsmaatregelen kunnen hard aankomen bij mensen met lage inkomens en moeten daarom gepaard gaan met gerichte compensatie. De Rli dringt erop aan bij het ontwerpen van nieuwe maatregelen eerst naar rechtvaardigheid te kijken, in plaats van later met noodmaatregelen de pijn te verzachten. Financiële steun aan gemeenten wordt nodig geacht om wijkaanpakken en collectieve oplossingen te realiseren.
Kortom: de Rli wil dat de transitie eerlijker wordt ingericht door doelgerichte subsidies en prijsprikkels, inkomensneutrale teruggave van heffingen via een burgerdividend, en intensieve, lokaal georganiseerde hulp aan de kwetsbaren — zodat verduurzaming zowel effectiever als politiek draagbaar wordt.