Achter het koortsige 'Kijk es naar al dat licht' gaat een heuse bildungsroman schuil

woensdag, 8 oktober 2025 (11:00) - De Groene Amsterdammer

In dit artikel:

Alara Adilow, sinds haar bekroonde poëziebundel Mythen en stoplichten (2022) een opvallende stem op literaire podia — onder meer door een controversieel, expliciet gedicht over Mark Rutte — debuteert met de roman Kijk es naar al dat licht. De roman volgt twee jonge vrouwen van Somalische afkomst, Sagal (cis) en Diana (trans). De kernplot wordt al vroeg prijsgegeven: hun relatie strandt nadat Sagal een zwangerschap laat afbreken zonder Diana in te lichten; Diana zoekt troost bij een oudere beschermende figuur, Eduard. Daarna ontvouwt het verhaal zich niet-lineair via flashbacks die de lezer inzicht geven in jeugdtrauma’s, criminaliteit, queerfobie en verstoorde moederrelaties die de levenskeuzes van beide vrouwen hebben gevormd.

Adilow speelt met vertelvormen: ze houdt afstand, knipt in chronologieën en behandelt haar personages soms als poppen, met ironische tussenwerpsels en groteske scènes — bijvoorbeeld een inbraak die omslaat in een betrapte masturbatie en een daaropvolgende discussie over verzekeringen. Die speelsheid dient vooral één doel: lustvol en intens de lichamen, verlangens en maatschappelijke randvoorwaarden te beschrijven. De roman bevat sterke, treffende beelden (gebruikte condooms als bloeiende, verwondende objecten) en scherpe observaties, maar ook veel minder overtuigende passages vol platitudes, begrijpelijke onzin en wanordelijke anglicismen die zinnen onduidelijk maken.

Taalgebruik en tekstverzorging vormen een terugkerend bezwaar in de recensie: experimentele afwijkingen van de standaardtaal mogen, maar moeten doelbewust en coherent zijn; in dit boek leiden incongruenties en foutieve woordkeuzes de aandacht soms af. De criticus wijst ook op redactionele tekortkomingen — evidente tikfouten hadden door uitgever of eindredacteur voorkomen kunnen worden.

De meest indringende en overtuigende scènes gaan over ouder-kindrelaties. Sagal is gevormd door de teleurstellingen van haar alleenstaande moeder, ontwikkelt woede en overlevingsdrift, en klimt via creatief ondernemerschap – met behulp van piraterij op bibliotheekcomputers – op tot materieel succes: ze koopt zelfs een appartement aan de Herengracht. Die triomf blijkt leeg wanneer haar verslaafde moeder geen erkenning geeft; Sagal eindigt in een mislukt, pijnlijk herstelpoging van de band, waarbij materialiteit en affect elkaar niet helen. Onder de experimentele ruis schuilt zo uiteindelijk een klassiek coming-of-age-verhaal over verlies, erfelijkheid van woede en de onherstelbaarheid van sommige familierelaties.