Achmea na verloren discriminatiezaak: 'We kunnen niet als enige de premie veranderen'
In dit artikel:
In augustus oordeelde het College voor de Rechten van de Mens in een zaak van Utrechtse koffieonderneemster Dagmar Geerlings dat verzekeraar Achmea onterecht onderscheid maakte op grond van geslacht bij de bepaling van premies voor verzuimverzekeringen. Geerlings had ontdekt dat de online premieberekening van Achmea voor dezelfde personeelsomvang ruim €230 per maand hoger uitviel wanneer zij invulde dat al haar medewerkers vrouw waren. Verzuimverzekeringen dekken het loon bij ziekte en zijn voor werkgevers, vooral kleine bedrijven, financieel belangrijk omdat zij in Nederland tot twee jaar doorbetalen.
Achmea verdedigde zich met het argument dat het om groepsverzekeringen ging en dat statistisch gezien vrouwen meer verzuimen (volgens CBS in 2024 ongeveer 45% meer), zodat hogere premies terecht zouden zijn. Het college verwierp die redenering en stelde dat er geen wettelijke uitzondering bestaat die dergelijke geslachtsdiscriminatie toestaat. Hoewel de uitspraak niet bindend is, beschouwt Achmea haar als gezaghebbend en zoekt zij een route om duidelijke, sectorbrede regels te krijgen voordat ze haar tarieven verandert.
De verzekeraar vreest dat een eenzijdige wijziging leidt tot marktverstoringen: als Achmea stopt met sekse als risicofactor, stijgen volgens de eigen berekeningen de premies voor mannelijke-gedomineerde bedrijven, waardoor die klanten naar concurrenten kunnen vertrekken en een nadelige selectie ontstaat waarbij vooral vrouwelijk personeel bij Achmea terechtkomt. Dat zou onhoudbare extra uitkeringen en prijsdruk tot gevolg hebben. Daarom wil Achmea dat de kwestie uitmondt in bindende jurisprudentie of wettelijke aanpassing — bijvoorbeeld door het college te verzoeken een civiele procedure te starten — zodat alle verzekeraars verplicht worden hetzelfde beleid te voeren.
Achmea gebruikt de discussie ook om het onderliggende maatschappelijke probleem van hoger ziekteverzuim onder vrouwen aan de orde te stellen. Intern noemt directeur Karin Bos mogelijke oorzaken: hogere mantelzorg- en zorgtaken voor kinderen en ouderen, meer parttime werken bij vrouwen (waar verzuimpercentages hoger zijn), concentratie van vrouwen in sectoren met veel werkdruk zoals zorg en onderwijs, en verschillen in hoe aandoeningen bij vrouwen zich uiten en worden behandeld. Achmea wil daarnaast inzetten op preventie en ondersteuning van kleine werkgevers die geen HR-afdeling hebben, en investeert in start-ups (zoals Femmeup) gericht op vrouwgebonden klachtenpreventie.
De verzekeraar noemt solidariteit belangrijk maar benadrukt ook dat premies een juiste afspiegeling moeten zijn van risico’s. Achmea wil duidelijkheid over wat juridisch toegestaan is, en pleit tegelijkertijd voor een bredere maatschappelijke aanpak om het verzuim verschil tussen mannen en vrouwen te verkleinen — pas dan zou sekse als premiecriterium minder relevant worden.