Abramovich krijgt laatste kans om Chelsea-miljarden aan Oekraïne te doneren
In dit artikel:
De Russische oligarch Roman Abramovich krijgt van de Britse regering een laatste termijn om de 2,8 miljard euro opbrengst van de verkoop van voetbalclub Chelsea te doneren aan hulp voor Oekraïne. Nadat hij in 2022 onder druk van Londen zijn aandelen van Chelsea moest verkopen — een verkoop die alleen toegestaan werd op voorwaarde dat de opbrengst ten goede zou komen aan Oekraïne — bleven gesprekken over de besteding steken. Het geld staat sindsdien bevroren op een Britse rekening die Abramovich zelf beheert.
Premier Keir Starmer gaf woensdag een speciale vergunning waarmee Abramovich negentig dagen krijgt om het bedrag vrijwillig over te maken aan erkende goede doelen in Oekraïne. Lukt dat niet, dan dreigt de regering met een juridische procedure: "De tijd dringt", aldus Starmer, die zei bereid te zijn de zaak voor de rechter te brengen om te zorgen dat de gelden bij de slachtoffers van de oorlog terechtkomen.
Abramovich, sinds 2004 eigenaar van Chelsea, bezorgde de club decennialang ongekende successen (twee Champions League-titels en vijf landstitels) en verkocht de club in 2022 aan een Amerikaans consortium onder leiding van Todd Boehly. De huidige stap van de regering is bedoeld om alsnog uitvoering te krijgen van de oorspronkelijke voorwaarde bij de verkoop.