Aantal sportblessures neemt toe, mountainbikers vaakst naar spoedeisende hulp
In dit artikel:
In 2024 raakten Nederlanders naar schatting 4,6 miljoen mensen minstens één keer geblesseerd tijdens sport, gezamenlijk goed voor 5,6 miljoen sportblessures — ongeveer 300.000 meer dan in 2023. VeiligheidNL, het kenniscentrum voor letselpreventie, meldt dat ruim de helft van die blessures medische behandeling vergde, vaak bij een fysiotherapeut. Het totaal is terug op het niveau van vóór de coronapandemie, maar het blessurerisico per 1.000 sporturen is licht gedaald omdat er vooral meer wordt gesport in relatief veilige takken.
Meer dan de helft van alle blessures doet zich voor bij voetbal, fitness en hardlopen, grotendeels verklaard door de hoge deelname. Voetballers en hardlopers lopen relatief veel risico; fitnessers relatief weinig. Het aantal bezoeken aan de spoedeisende hulp (SEH) door sportletsels daalde de afgelopen tien jaar met 17 procent tot 92.900 gevallen in 2024 — bij meer dan de helft daarvan ging het om ernstige verwondingen. De grootste groep SEH-bezoekers is jonger dan 18 jaar; ouders gaan vaker met een gewond kind naar de Eerste Hulp en jongeren nemen meer risico, aldus Victor Zuidema van VeiligheidNL.
Een opvallende stijger is mountainbiken: SEH-bezoeken door mountainbikers namen in tien jaar met 55 procent toe. Troy Corsen van de NTFU wijst op de groeiende populariteit en pleit voor betere techniektrainingen, beschermingsmiddelen en duidelijkere route-informatie (zoals een kleurcodesysteem vergelijkbaar met skipistes), omdat ongeveer de helft van de mountainbikeroutes nu nog zo’n beoordeling mist.