Aandeel jonge boeren neemt iets toe
In dit artikel:
CBS-gegevens van de Landbouwtelling laten zien dat in 2025 tien procent van de bedrijfshoofden en bedrijfsleiders in de land- en tuinbouw jonger is dan 40 jaar, een lichte stijging ten opzichte van 2015 (8 procent). Tegelijkertijd groeit het aandeel oudere boeren (67 jaar of ouder) sterker: van 17 procent in 2015 naar 21 procent in 2025. Dit zijn voorlopige cijfers van het CBS.
Er zijn bijna 5 duizend agrarische bedrijven met een jonge leidinggevende. Het totale aantal land- en tuinbouwbedrijven neemt al decennia af, maar individuele bedrijven worden groter en een groot deel zoekt geen opvolger. Per sector verschilt de leeftijdsopbouw: de tuinbouw telt relatief het meeste jonge ondernemers (13 procent), gevolgd door hokdierbedrijven (12 procent). De akkerbouw is het meest vergrijsd; 31 procent van de akkerbouwers is 67-plus.
Bij grote ondernemingen (Standaard Opbrengst van 500 duizend euro of meer) komt jong leiderschap relatief vaker voor. Van de bijna 15 duizend bedrijven in deze omvangsklasse heeft 14 procent een bedrijfsleider jonger dan 40 jaar, terwijl slechts bijna 9 procent 67 jaar of ouder is. In totaal zijn er 10,5 duizend agrarische bedrijven met een bedrijfsleider van 67 jaar of ouder; bijna de helft daarvan betreft graasdierbedrijven.
Regionaal bestaan grote verschillen: het hoogste aandeel jonge bedrijfshoofden ligt in Westland en Zuid-Hollandse Droogmakerijen (15 procent), mede door veel tuinbouw, gevolgd door gebieden als de Noordoostelijke polder en delen van Drenthe (14 procent). Het laagste aandeel jonge leiders is in het Westelijk Rijnland (6 procent). Deze patronen onderstrepen uitdagingen rond opvolging, schaalvergroting en de toekomstige samenstelling van het landbouwgebied.