53 jaar na Bloody Sunday start eerste rechtszaak tegen Britse soldaat
In dit artikel:
Op 30 januari 1972 werden bij een vreedzame protestmars in Londonderry veertien ongewapende burgers gedood en dertien gewond toen Britse militairen het vuur openden — een gebeurtenis die de geschiedenis in ging als Bloody Sunday. Ruim 53 jaar later staat voor het eerst een Britse soldaat terecht voor zijn rol bij die schietpartij. De zitting begon maandag in Belfast; om zijn identiteit te beschermen is de verdachte, aangeduid als soldaat F., afgeschermd achter grote zwarte doeken.
Soldaat F. wordt verdacht van het doden van twee mannen, de 22-jarige Jim Wray en de 26-jarige William McKinney, en van poging tot moord op vijf anderen. Families en aanklagers zeggen dat de slachtoffers wegrenden over een binnenplaats toen ze in de rug werden getroffen, wat volgens het openbaar ministerie wijst op een onnodige schietactie met de intentie te doden. De verdachte heeft altijd volgehouden dat er sprake was van een bedreiging.
Decennialange controverse omringt de zaak. Een vroege Britse onderzoekscommissie concludeerde destijds dat soldaten hadden gereageerd op schutters en bommengooiers, maar een nieuw onderzoek in 2010 (de Saville Inquiry) stelde vast dat geen van de slachtoffers gewapend was; de regering bood nadien excuses aan voor de "onrechtvaardige en onverdedigbare dood" van de betogers. Openbare aanklagers wilden aanvankelijk soldaat F. niet vervolgen, maar nabestaanden vochten die beslissing aan en kregen gelijk.
Bloody Sunday is een van de meest beruchte episodes uit The Troubles, de decennialange strijd tussen nationalistische katholieken en unionistische protestanten. Het proces tegen soldaat F. zal nog enkele weken duren en is onderdeel van een bredere poging om gerechtigheid en verantwoording te brengen voor geweld uit die periode. In 2022 werd voor het eerst sinds het Goedevrijdagakkoord een Britse militair veroordeeld voor een dodelijke schietpartij uit 1988.