45 jaar Teletekst-ondertiteling: van de Velotype naar spraakherkenning en AI
In dit artikel:
Op 4 oktober 1980 kregen dove en slechthorende Nederlanders voor het eerst Nederlandstalige tv‑programmering met ondertiteling via Teletekst: de dramaserie Rouw past Electra. Zes jaar later kwam de eerste live‑ondertiteling (NOS Journaal). Sindsdien is het aanbod sterk uitgebreid: in 2025 voorziet de NPO 99 procent van haar Nederlandstalige programma’s van ondertiteling op teletekstpagina 888; maandelijks maken ongeveer 4,5 miljoen mensen daarvan gebruik — veel meer dan het aantal mensen met gehoorverlies in Nederland (ongeveer 1,7 miljoen, inclusief circa 30.000 volledig doven). Redenen zijn onder meer gezamenlijk gebruik in huishoudens, schermen in openbare ruimtes en dat kijkers vaak de ondertiteling aanzetten bij Nederlands drama wegens slechte verstaanbaarheid van dialogen.
Productie en organisatie zijn in 45 jaar van kleinschalig naar professioneel opgeschaald. Waar ooit twee ondertitelaars werkten — onder wie de onlangs overleden presentator Loretta Schrijver, een van de eerste twee — draait nu een team van 34 redacteuren in ploegen. Op doordeweekse dagen betekent dat tientallen live‑ondertitels (onder meer het NOS Journaal, Nieuwsuur, actualiteitenprogramma’s en talkshows; bij enkele programma’s is uitzending met kleine vertraging gepland om optimale ondertiteling mogelijk te maken) plus honderden minuten voorbereide ondertiteling voor opgenomen programma’s en series op NPO Start.
Technologie heeft het werk sterk veranderd. Tot 2002 gebruikte men de Velotype‑toetsenbordmethode waarbij een verslaggever hardop samenvatte en een velotypist typte. Bij de Olympische Spelen van Salt Lake City in 2002 introduceerde de NPO spraakherkenning, waardoor één redacteur live kan ondertitelen: die zegt de gesproken tekst hardop, de software zet het om en de redacteur corrigeert waar nodig. Tegenwoordig wordt ook met AI geëxperimenteerd — onder andere voor volledig automatische ondertiteling op het themakanaal NPO Politiek & Nieuws — maar de systemen hebben nog tekortkomingen, bijvoorbeeld bij namen van Kamerleden en andere “hallucinaties”. Daarom blijven menselijke redacteuren cruciaal: zij controleren en voegen regie‑aanwijzingen toe (geluiden buiten beeld, verschillende kleuren voor sprekers, enz.).
Ook inhoudelijk is er een verschuiving: waar men vroeger vereenvoudigde formuleringen hanteerde uit veronderstelde beperkte woordenschat, streeft men nu naar zo letterlijk mogelijke weergave. Leessnelheid en presentatie zijn aangepast aan moderne voorkeuren, al blijft de balans tussen volledigheid en leesbaarheid een uitdaging. De NPO verwacht dat AI een groter deel van het werk zal overnemen, maar altijd onder toezicht van een redactie om de kwaliteit en betrouwbaarheid van de ondertiteling te waarborgen.