29 oktober: een kans om af te rekenen met de aftakeling van de democratie
In dit artikel:
De auteur waarschuwt dat de Nederlandse democratie onder druk staat doordat radicaalrechtse politiek en populistische retoriek instituties en minderheden systematisch ondermijnen. Democratie wordt niet gereduceerd tot alleen verkiezingen: zonder scheiding der machten en onafhankelijke rechters verliezen stemmen hun betekenis. De roep om een “sterke leider” en het denken dat een autoritaire bestuurder die “goed” regeert veilige en rechtvaardige resultaten garandeert, vormt volgens de schrijver een vals en gevaarlijk vertrekpunt. Persoonlijke goedheid van een leider beschermt burgers niet als diezelfde leider de rechterlijke macht en tegenstanders controleert.
Als vergelijking noemt de tekst de Verenigde Staten onder Trump, waar benoemingen en aanvallen op rechters het begin zijn van een autoritair patroon. In Nederland zien we vergelijkbare signalen: radicaalrechtse politici betwisten de onafhankelijkheid van rechters en diskwalificeren journalisten en parlement als niet-legitiem. Zulke strategieën dragen bij aan het verdacht maken en uithollen van democratische instituties.
Een belangrijk mechanisme is het aanwijzen van zondebokken. Al decennia wordt moslims het meest uitgesproken als zondebok gebruikt; haat en uitsluiting zijn genormaliseerd tot het punt dat veel mensen het niet langer herkennen als racisme. De schrijver stelt dat dit typisch is voor fascistische politiek: het mobiliseren van ressentiment tegen groepen (nu moslims, asielzoekers, links) om steun te winnen en tegenstanders te monddood te maken. Maar het zal niet stoppen bij één groep—alles wat niet in het maatschappijbeeld van extreemrechts past, kan later aan de beurt komen.
Centrumpartijen en media dragen volgens de auteur bij aan deze normalisering. Sinds ongeveer 2002 zouden ondemocratische geluiden minder fel worden veroordeeld; sommige centrumrechtse partijen sloten het radicaalrechtse discours in om stemmen niet te verliezen, waardoor grensoverschrijdende ideeën in het politieke midden geaccepteerd raakten. Dit heeft de rechtsstaat van binnenuit verzwakt, zegt de tekst.
De schrijver roept op tot actief burgerschap: een democratie vereist voortdurende controle door kritische burgers en een vrije pers. Op 29 oktober wordt een kans gezien om terug te slaan tegen de propaganda en het wij-zij-denken—door te stemmen tegen partijen die moslimhaat en het ondermijnen van instituties normaliseren. Als de rechtsstaat eenmaal valt, waarschuwt de auteur, verandert politiek in een blijvende voedingsbodem voor ressentiment en autoritarisme; wat nu radicaalrechts heet, beschouwt hij als in de richting van fascistisch rechts groeiend.
Kortom: het artikel pleit voor waakzaamheid tegenover strategische aantasting van rechters, journalisten en minderheden, en benadrukt dat het behoud van vrijheid en gelijkwaardigheid vraagt om actieve verdediging van democratische normen en instituties.