2025 was een 'saai weerjaar' met uitzondering van 2 juli en 20 oktober
In dit artikel:
Meteorologen van Buienradar trekken de conclusie dat 2025 in Nederland op het eerste gezicht weinig spectaculaire dagen kende, maar statistisch gezien allerminst normaal was: het hele jaar door lagen temperaturen boven het langjarig gemiddelde, het was droger en zonniger dan gebruikelijk, met enkele sterke regionale uitschieters.
Seizoensbeelden: de winter 2024/2025 was zacht, overwegend somber en plaatselijk nat; februari combineerde droge periodes met zowel koude nachten als uitzonderlijk zachte dagen. De lente viel extreem droog en zeer zonnig uit — maart was de droogste maart sinds 1906 en de zon scheen recordmatig veel. De zomer behoorde tot de op drie na warmste sinds 1901, met twee korte hittegolven; regen viel ongelijk verdeeld. De herfst was zacht en wisselvallig, met een natte oktober en een zachte start van november.
Regionale extremen bepaalden het beeld: op 2 juli werd in Limburg 39°C gemeten, de zomerpiektemperatuur, terwijl diezelfde dag code oranje voor zware onweersbuien gold in het oosten; in de buurt van Winterswijk veroorzaakte een valwind lokale schade. Op 20 oktober werden in Friesland en Groningen enkele kleine tornado’s waargenomen. Lokaal liep het neerslagtekort op tot circa 300 mm. Landelijk scheen de zon vaker en feller dan normaal; het aantal vorstdagen bleef beperkt.
Dat het jaar “saai” aanvoelde komt doordat extremen meestal kortdurend en plaatselijk waren, en er geen éénduidige landelijke weerscrisis was. Tegelijk past dit in een bredere trend van vaker warme jaren en meer lokale weersextremen, waarmee klimaatverandering het achtergrondpatroon verandert.