10 keer minder plaats om CO2 ondergronds op te slaan dan geschat: "Beperkt instrument, best verstandig gebruiken"

woensdag, 3 september 2025 (19:04) - VRT Nieuws

In dit artikel:

Een recente studie in Nature van onderzoekers van de University of Maryland en het Imperial College Londen bracht wereldwijd in kaart waar CO2 veilig ondergronds kan worden opgeslagen, rekening houdend met geologie én risico’s voor mensen en milieu. Resultaat: de praktische opslagcapaciteit is ongeveer tien keer kleiner dan eerder gedacht — circa 1.460 miljard ton CO2 in plaats van rond 14.000 miljard ton — omdat veel locaties wegvallen door nabijheid van bevolkingscentra, seismische gevoeligheid en risico’s voor grondwater.

Wie en waar: landen met flink overgebleven capaciteit zijn onder andere de VS, Rusland, China, Brazilië, Australië, Saudi-Arabië, Congo en Kazachstan. Europa, Noorwegen, Canada en India verliezen veel potentiële ruimte vanwege dichtbevolkte gebieden en politieke weerstand tegen opslag in de buurt van bevolkingscentra. Oude olie- en gasvelden blijven de beste kandidaten; in 2023 werden bijvoorbeeld Belgische CO2-containers naar een testveld voor de Deense kust gebracht en 1.800 meter diep geïnjecteerd.

Wat en waarom: het onderzoek kijkt verder dan alleen geologische potentie en voegt risicocriteria toe — dat leidt tot fors lagere praktische verwachtingen voor Carbon Capture and Storage (CCS). Auteurs waarschuwen dat ondergrondse opslag een schaars instrument is dat rationeel verdeeld moet worden over landen, sectoren en generaties. Injectie voor enhanced oil recovery vergroot vaak productie van fossiele brandstoffen, waardoor het klimaatvoordeel beperkt blijft.

Praktische en klimaateffecten: grootschalige CO2-verwijdering en opslag vergen enorme investeringen (pijpleidingen, infrastructuur) en zekerheid voor investeerders. In het gunstigste scenario kan veilige opslag de langdurige opwarming maximaal met circa 0,7°C verminderen — een plafond dat alleen geldt als de verwijderde CO2 definitief blijft en er geen nieuwe emissies bijkomen. Momenteel zijn technieken zoals directe luchtvangst duur, energie-intensief en niet op de benodigde schaal inzetbaar; bij ongewijzigd beleid ligt de verwachte opwarming in 2100 rond 2,6–3°C ten opzichte van 1850–1900.

Conclusie: CCS is geen onbeperkte uitweg maar een beperkt, kostbaar hulpmiddel dat geen vervanging is voor snelle emissiereducties.