10 jaar geleden vielen 89 doden en 352 gewonden bij aanslag op Bataclan, een reconstructie aan de hand van ooggetuigen

donderdag, 13 november 2025 (07:35) - VRT Nieuws

In dit artikel:

Op vrijdag 13 november 2015 werden in Parijs meerdere gecoördineerde terreuraanslagen gepleegd, waarvan de aanval in concertzaal Bataclan het meest dodelijk was. Rond 21.16 uur ontplofte een eerste bom bij het Stade de France; minuten later openden schutters het vuur op terrassen en cafés in het centrum. Om 21.47 uur verstoorden drie gewapende mannen het optreden van Eagles of Death Metal in de Bataclan en begonnen zij willekeurig te schieten op het publiek.

In korte tijd veranderde de zaal in een slagveld. Concertgangers waren aanvankelijk verward en dachten aan ongewone geluiden; al snel werd duidelijk dat er een aanval gaande was. Veel mensen wierpen zich op de grond en deden alsof ze dood waren om aan de kogels te ontkomen. Overlevenden vertellen over paniek, scherpe lichtflitsen, de geur van kruit en bloed, en momenten van extreme wreedheid: gijzelnemers die slachtoffers schijnbaar lieten gaan en hen vervolgens doodschoten. Een indruk die veel getuigen meenamen was dat stukjes menselijk weefsel als confetti neerdaalden toen een van de terroristen zijn explosieve riem activeerde.

Twee opsporingsagenten van de brigade anticriminalité, commissaris Guillaume en brigadier Grégory, arriveerden snel en drongen de zaal binnnen met pistolen die in totaal ongeveer 15 patronen bevatten. Zij troffen een ravage aan en kwamen oog in oog te staan met terroristen die nog schoten. De twee agenten schoten één aanvaller neer; die blies zich daarna op. Kort daarna stuwden de twee overgebleven terroristen een groep van in totaal elf gijzelaars naar een nauwe achtergang van ongeveer 8,5 meter lang en 1,3 meter breed en slootten de deur. De gijzeling duurde uren; hostages werden voor de ramen geplaatst en moesten waarschuwen als de politie naderde.

Ter plaatse ontstonden meteen zware operationele dilemma’s. Politie en hulpdiensten waren ook elders in Parijs bezig (onder meer bij het Stade de France en op de terrassen), het radioveldverkeer was verzadigd en communicatie moeizaam. Een militaire patrouille bood aan te helpen, maar kreeg de opdracht niet deel te nemen aan de binnentreding; volgens commando’s mogen militairen niet binnengaan in civiele politieoperaties. Ook speciale politie-eenheden, inclusief scherpschutters (Tireur Haute Précision), werden ingezet. Onder leiding van de procureur werden de opties tegen elkaar afgewogen: een gewapende interventie bood grote risico’s voor gijzelaars, maar passiviteit kon tot nog meer doden leiden. Er werd expliciet rekening gehouden met het “aanvaardbare verlies” dat men moest durven incalculeren om erger te voorkomen.

De gijzeling werd uiteindelijk beëindigd in de nacht. Rond 00.18 uur openden speciale eenheden de deur naar de gang en gebruikten verblindend vuurwerk (flashbangs) en felle lichtstoten. Een van de terroristen vuurde herhaaldelijk; veel kogels ketsten af op het grote schild van de politie. De tweede schutter activeerde zijn bomgordel; de ontploffing veroorzaakte grote schade en verwondingen. Een andere politieagent maakte vervolgens gebruik van het ogenblik van verwarring en doodde de derde schutter, waarmee de gijzeling voorbij was. Alle elf gijzelaars in de gang overleefden de urenlange benauwdheid.

Na de bevrijding gingen hulpdiensten en forensische teams de zaal binnen om gewonden te behandelen en slachtoffers te zoeken. Eerste rapporten ter plaatse spraken over zeventig doden op de begane grond; later bleek dat in de Bataclan uiteindelijk 89 mensen omkwamen en 352 gewond raakten. In totaal vielen bij de aanslagen in Parijs op die avond 130 doden; later werd het officiële dodental bijgesteld naar 131.

Getuigenissen gebruikt voor deze reconstructie (waaronder die van meerdere overlevenden en politielieden) komen uit het gerechtelijk onderzoek en uit het boek van Matthieu Suc, Vendredi 13 (HarperCollins). De beschrijvingen illustreren zowel de gruwel en chaos tijdens de aanval als de zware morele en tactische keuzes die politie en hulpdiensten moesten maken: tussen onmiddellijke actie met grote risico’s en afwachten met het gevaar dat gijzelaars zouden worden gedood. De Bataclan-aanval valt op door de combinatie van bewapende schietpartijen en zelfmoordexplosies, de langdurige gijzeling en de massale onschuldige slachtoffers, en bleef een van de meest schokkende episodes van de aanslagenreeks in Parijs.